-
Recente berichten
Locaties
Noodhospitaal Ritzema Bosweg
De tweede evacuatie
De oorlog vlak bij huis – de dood van Tonnie Eimers (12 jaar)
Na de luchtlandingen van 17 september 1944 bezetten Engelse en Poolse troepen de Betuwe. Van hieruit werd Wageningen beschoten, Duitse artillerie vuurde terug. Wageningen was opnieuw frontstad geworden en de bewoners moesten voor de tweede keer evacueren.
Op 24 september kwam een bevel tot ontruiming van de Nude en de Veerweg. Op 1 oktober 1944 werd het bevel tot algehele ontruiming van de gemeente Wageningen gegeven. De Kampfcommandant schreef: “Der gesamte Ort Wageningen ist bis heuteabend 18.00 von allen Zivilisten zu räumen. Zivilisten, die nach 18.00 noch im Ort betroffen werden, worden als in Dienst des Feindes stehend behandelt”.
Het ooggetuigenverslag van Hans van Rhoon:
Een zware slag voor de familie.
De geallieerde troepen trokken vanuit het zuiden noordwaarts, met de bedoeling de rivierovergangen in handen te krijgen – o.a. de Rijnbrug in Arnhem – en van hieruit Duitsland in te trekken. Hierbij zouden de geallieerden steun ontvangen van in Engeland bewapende en bemande vrachtvliegtuigen, door de luchtmacht voortgetrokken ‘’gliders” (zweefvliegtuigen), parachutisten, grondmaterieel etc. De luchtlanding vond plaats o.a. op de Renkumse hei, slechts enkele kilometers van ons huis aan de Ritzema Bosweg in Wageningen. Door vertraging in de opmars vanuit het zuiden en de niet verwachte zware Duitse tegenstand, kwam Wageningen knel te zitten tussen de geallieerden in de Betuwe en de Duitsers. Duits geschut stond o.a. opgesteld op de begraafplaats aan de Diedenweg. Geallieerde gevechtsvliegtuigen schoten bovendien vanuit de lucht op alles wat bewoog. Kortom: de situatie in Wageningen was rijp voor evacuatie van de bevolking.
Er kwam Duits bevel dat in eerste instantie een deel van Wageningen geëvacueerd diende te worden, o.a. de Veerweg waar Pa en Ma Eimers, zoon Tonnie, dochter Annie en schoonzoon Andries woonden. De familie zou bij ons aan de Harnjesweg – Ritzema Bosweg intrekken. Eenmaal daar gearriveerd opperde Ma Eimers nog even terug naar de Veerstraat te gaan; ze had daar nog wat etenswaar staan. Pa Eimers, Tonnie en ik zouden Ma Eimers begeleiden. Na onder aanhoudend granaatvuur uit en naar de Betuwe nog wat zaken bij elkaar gepakt te hebben, verlieten we Veerstraat 118.
Pa en Ma Eimers kwamen uit de voordeur, Tonnie met mij met fiets, verlieten het huis aan de achterzijde. Tonnie zei nog tegen mij: “Ik ben zo bang!” Er sloeg een granaat naast de voordeur in, een grote stofwolk achterlatend. Een groot gat in de muur nadat de stofwolk was opgetrokken werd zichtbaar. Pa Eimers lag, hevig bloedend uit zijn hoofd, languit voorover op de stoep met voor hem liggend Ma Eimers. Naast de omgevallen fiets lag Tonnie, hevig bloedend, op de grond. Een granaatsplinter had hem in zijn hals getroffen. Tijdens zijn spoedtransport op een ladder naar het ziekenhuis heb ik geprobeerd de halswond dicht te knijpen. Helaas was hij bij aankomst in het ziekenhuis overleden.
De nacht werd met 9 personen:
- Pa en Ma Eimers (Pa zwaar/Ma licht gewond)
- Pa en Ma van Rhoon
- Annie Eimers en echtgenoot Andries van Harn
- Joke Eimers en ik (echtgenoot Hans van Rhoon)
- Pim van Rhoon
in de kelder van de Familie van Rhoon doorgebracht, hetgeen een bizarre belevenis is geworden. Er was bijna de gehele nacht oorverdovend granaatvuur. De volgende ochtend lag de tuin vol met “blindgangers” (niet ontplofte granaten).
Het was te gevaarlijk om daar te blijven. Inmiddels was het bevel gegeven geheel Wageningen te evacueren. We hebben de meest noodzakelijke spulletjes ingepakt, ons gemeld bij het in der haast ingerichte noodziekenhuis aan de Ritzema Bosweg, waar Pa Eimers door de dokter werd verzorgd en het verband om zijn hoofd werd verschoond. We werden in het ziekenhuis nog aan het werk gezet met doorgeven van beddengoed, omdat het ziekenhuis door het aanhoudende granaatvuur weer verplaatst moest worden. Daarna moesten we met Pa Eimers op een karretje voor ons uit duwend lopend op weg naar Veenendaal. Halverwege kwam ons een Rode Kruis – colonne tegemoet. Pa Eimers werd hierbij op een bakfiets gelegd en naar Veenendaal gereden. We bereikten verder lopend in vergelijking met Wageningen het rustige Veenendaal, waar we op evacuatieadressen werden ondergebracht.
Enkele dagen later zou Tonnie op de Wageningse begraafplaats worden begraven. Pa Eimers kon door zijn verwonding hierbij niet aanwezig zijn. Andries van Harn en ik zouden de familie op de begrafenis vertegenwoordigen. Wij waren op de afgesproken tijd in Wageningen aanwezig, maar wij kregen geen toestemming om naar het kerkhof te gaan. De begrafenis had overigens al in de vroege ochtend plaatsgevonden. Bedroefd zijn we teruggegaan naar Veenendaal. Het was bijzonder teleurstellend niet namens de familie in staat te zijn geweest Tonnie een laatste eer te hebben kunnen bewijzen ………………………….. .
In juli 1945 keerden we weer naar Wageningen terug. De vreugde over deze terugkomst verdrong de deprimerende ervaringen van een negen maanden durende evacuatietijd van armoede, verdriet en ellende. De tijd heeft deze zwarte periode in ons leven nimmer doen helen.
Opgetekend in 2014 door: Hans van Rhoon (94 jaar)
Categorie: 1944, Noodhospitaal Ritzema Bosweg
Trefwoorden: begraafplaats, bommen, evacuatie, noodziekenhuis, Slag om Arnhem Reageer »